Dafurius en Amy zitten met een warme kop thee onder de parasol. Zij genieten van de eerste warme zonnestralen. De geur van de bloeiende bloemen verfrissen de lucht. Het gezang van de vogels doet alles weer opvrolijken . De winter is gedaan, dat mag wel duidelijk zijn. Deze trekt zichzelf steeds meer terug en bereidt zich op de zomerslaap voor. Als twee hartsvriendinnen keuvelen zij de hele middag door over ditjes en datjes.
Fanrow en Boryandrew zijn aan haven van Calais bezig met het renoveren van een stoommachine op een stoomschip. Gezien daar voor weken ligt, logeren zij bij een Frans gastgezin. Buiten de vriendelijkheid van het gastgezin hoeven zij niet te rekenen op sympathie van de anderen. Fransen haten de Engelsen vanwege de oorlogen die zijn geweest. De bereisde schipper waar ze voor werken, weet de ruw gebekte havenwerkers in toom te houden. Gezien de omstandigheden heeft de schipper hun al aangeboden om ze naar Dover te over te varen als de klus geklaard is.
Dagelijks staan Dafurius en Amy op de uitkijk. De hoop dat hun man weer aan Engelse wal stapt is groot. Hun bezorgdheid over dat zij op Frans grondgebied werkzaam zijn is van hun gezicht af te lezen. Zij weten als geen ander dat havenwerkers ruwe mannen zijn die nergens voor terug deinzen.
Het renoveren van de stoommachine wil niet erg vlotten. Deze lijkt zich wel tegen hen gekeerd te hebben, gezien er ineens de meest vreemde problemen opduiken. Het vraagt veel tijd om deze op te lossen. Van ophouden is geen sprake, want ze gaan tot in de kleine uurtjes door om het vlot te trekken. Nadat deze vreemde problemen uit de wereld zijn geholpen, gaan ze naar hun logeer adres.
De schipper besluit om met hun mee te lopen.
Tijdens het teruglopen voelen zij zich bekeken door een paar ongure types die nog rondzwerven op dit late uur. Een paar dronkenlappen beginnen in het Frans tegen hen te roepen, waarop de schipper met gebalde vuist iets terug brult. De belagers maken zich snel uit de voeten.
De volgende dag staan de vrouwen weer op de uitkijk. Al vanaf de vroege morgen beklemt hun een onheilspellend gevoel wat niet te verklaren is. Allerlei doemscenario’s passeren de revue. Het nare hiervan is, dat alle gedachtenspinsels betrekking heeft op hun mannen. Een Engelse schipper die net is aangemeerd begint met het lossen van z’n lading. Dit trekt de aandacht van de twee vrouwen. Aan de lading is te zien dat de schipper een verre reis heeft gemaakt. Terwijl zij mijmeren over de afkomst van deze lading, roept de schipper hun iets bemoedigend toe. Met een lach en een zwaai bedanken zij de vrolijke zeeman die al weer hard aan het werk is.
In de haven van Calais verloopt de dag net zoals alle andere dagen. De bedrijvigheid van het in en uitvaren van de scheepvaart zet de toon. Het toeroepen van bevelen en het gekletter van metaal op metaal is weer aan de orde van de dag. Fanrow en Boryandrew zijn net als alle anderen hard aan het werk. Dezelfde ochtend krijgt de schipper een brief waarin staat dat zijn broer ernstig ziek is. Hij vertrekt met de stoomtrein naar zijn broer die honderd km verderop woont. Gezien de vrouw van de schipper thuis blijft kunnen zij doorgaan met hun werkzaamheden.
Vlak na het vertrek van de breedgeschouderde schipper, zien zij dat zijn vrouw als een blad aan een boom omslaat. Zij verwonderen zich over haar vlotte, maar bovenal mystieke eigenschappen. Zelfs haar uiterlijke kenmerken lijken in deze metamorfose te zijn meegegaan. Dit laatste vinden zij hoogst vreemd. Fanrow probeert haar nieuwe zijn te doorgronden, maar wordt telkens op het verkeerde been gezet. Omdat mensen normaal gesproken hiertoe niet instaat zijn, vragen zij zich af wie zij werkelijk is.
Na een hele dag piekeren zitten de twee hartsvriendinnen met een rood wijntje op de veranda. Zij zijn van mening dat zij zich teveel door hun bezorgdheid hebben laten leiden. Ze besluiten om de volgende dag wat anders te gaan doen dan naar zee gaan. Op datzelfde ogenblik vliedt het nare gevoel weg. Ze pakken wat zelfgemaakte hapjes en schenken nog een glaasje wijn in. Ze doen zich tegoed aan al die lekkere dingen.
Gezien het bij Fanrow en Boryandrew erg laat is geworden, biedt de vrouw van de schipper hun een bed aan. Maar al te graag gaan zij daarop in omdat ze dan niet over de donkere paden hoeven te gaan. Daarbij zien zij ook hun kans schoon om hun nieuwe gastvrouw te observeren. Op dit moment kijken zij door een kier naar buiten. Het felle maanlicht zorgt ervoor dat zij precies kunnen zien met waar zij zich bezig houdt. Dan ineens veranderd zij op wonderbaarlijke wijze in een waternimf. Met een paar krachtige slagen zwemt zij naar open zee en laat de twee perplexe mannen achter. Na een paar minuten wagen zij zich naar de plaats waar de waternimf is vertrokken. Eenmaal daar treffen zij enkel haar jurk en schoenen aan.
Op datzelfde ogenblik staat Amy op het punt om naar huis te gaan. Iets zegt hun dat ze naar de haven van Dover moeten gaan. Dit sterke gevoel laat zich niet wegzetten waarop ze besluiten om hier gehoor aan te geven. Als zij bij de haven staan zien zij iets vreemds in het water zwemmen. In eerste instantie denken zij dat dit een vreemde weerspiegeling van het maanlicht is. Maar naarmate dit verschijnsel dichterbij komt, schrikken zij zich helemaal wezenloos. Het is duidelijk dat het om een mensachtig wezen gaat. Enkele ogenblikken later staan zij oog in oog met de waternimf. Zij noemt hen bij naam en verteld dat Fanrow en Boryandrew het goed maken.
De waternimf komt oprecht op hen over waardoor zij het vertrouwen wint. Een poosje later komt zij met de boodschap dat zij zijn uitgenodigd voor een zeer bijzonder lentefeest. Het wordt hun duidelijk gemaakt dat naast het vieren van de geboorte van de zonnegod, balans en het uitwerken van eerdere levenslessen centraal staan. De waternimf pakt een rood beschilderde ganzen ei, laat de opgeschreven wens zien, waarna ze het wegstopt in een rotsspleet. Met veel eerbied bedankt ze de rots, waarna ze er een aai over geeft. Amy en Dafurius volgen haar eerbied niet zo en kijken elkaar een beetje vreemd aan. De waternimf ziet hun onbegrip en verteld dat dit nog wel komt als op haar uitnodiging in willen gaan. Ergens zijn ze behoorlijk nieuwsgierig om met haar mee te reizen naar dat verborgen eiland. Anderzijds koesteren zij ook de nodige vrees hiervoor.
Voordat Amy en Dafurius antwoord kunnen geven, zegt de waternimf plots dat ze moet gaan omdat er iets gaande is in de haven van Calais. Met een paar slagen verdwijnt ze uit het zicht. Het eerste wat er in hun opkomt is dat hun voorgevoel wel degelijk klopte. De twee technicus kregen een uur tevoren een onheilspellend gevoel waardoor zij de behoefte kregen om het schip te verlaten. Op dit moment zitten zij ergens onder verscholen waar ze tot aan hun middel in het water staan. Boven hen staan Franse bendeleden te roepen. Het is wel duidelijk dat het om hun gaat. Het schip staat inmiddels al in lichterlaaie. In deze benarde situatie weten zij niet wat ze moeten doen. Alle mogelijkheden zijn uitgesloten om ongezien te ontsnappen. Het gastgezin waar zij al die tijd logeren zijn opzoek gegaan omdat zij zich zorgen maken. Bij de politie hoeven zij niet aan te kloppen als het om Engelsen gaat.
Dan ineens floept er een onbedwingbaar kuchje bij Boryandrew uit zijn mond. Er valt een korte stilte bij de roepende menigte. Fanrow en Boryandrew houden zich muisstil. Maar dan eens springen de Fransen van de kade af. Ze zijn betrapt. Gewapend met stokken komen zij hun kant op. Hun hart gaat als een razende tekeer en bereiden zich voor dat ze straks worden afgeranseld. Vlak voordat zij in hun handen vallen duikt de waternimf op. Vliegensvlug creëert zij een enorme luchtbel onderwater waarin zij de twee mannen vervoert naar Dover. Een uur later zien Amy en Dafurius de waternimf weer opduiken. Kort daarna komen ook Fanrow en Boryandrew boven. De opluchting is groot met het wederzien van elkaar. Iedereen is er nu wel uit om naar het verborgen eiland te gaan om daar het lentefeest bij te wonen.
Zonder iets mee te kunnen nemen van huis neemt de waternimf ze mee in de luchtbel. De tocht verloopt bijzonder rustig gezien zij met grote vaart vervoert worden. In eerste instantie is het aarde donker, zelf geluid wordt direct geabsorbeerd. Dit voelt erg benauwd, want graag zouden zij wat meer willen zien en horen. Na verloopt van tijd begint het lichter te worden. Hierdoor worden de contouren van prachtige koralen steeds beter zichtbaar. Ze kijken hun ogen uit met wat ze zien. Als het licht eenmaal goed weet door te dringen, worden ze overspoelt met wat zij om hun heen zien. Een totaal andere wereld met vissen en waterwezens wordt aan ze geopenbaard. Geleidelijk aan verminder de waternimf haar snelheid , waarna ze stopt. De luchtbel stort ineen, waardoor het viertal genoodzaakt is om naar boven te zwemmen. Als zij bovenkomen zien zij het eiland voor zich. Na een paar meter zwemmen voelen zij grond onder hun voeten.
Zij worden vriendelijk onthaalt door een paar Griekse wijsheren die wel uit de tijd ver voor Christus lijken af te stammen. Voordat ze naar de binnenplaats van het oud pittoreske stadje worden geleid, krijgen zij een rondleiding waar hun het één en ander wordt uitgelegd over de gang van het feest. Als zij door de poort van de binnenplaats lopen, treffen ze een zeer gemêleerd publiek aan die zich met elkaar aan het vermaken zijn. Zij weten zonder iets gevraagd te hebben dat dit allemaal mensen zijn die zich bezigen met tijdreizen. Het is een specifiek gevoel wat hun dit verteld. Gezien het gevoel wederzijds is, kost het maar weinig tijd om zich thuis te voelen. Tot diep in de nacht vermaken zij zich met elkaar.
De volgende morgen vroeg wordt er op een grote hoorn geblazen. Het hele gezelschap staat op en beweegt zich naar het oostelijke deel van de kustlijn. De lokale bevolking help hun mee met het ontsteken van wel vijftig vuren die daar over een linie van een kilometer staat opgesteld. Vol eerbied wordt er over de geboorte van de zonnegod gesproken. De grote krachtbron die het voortouw zal nemen in al wat nu opgroei of bevrucht wordt. Met de vruchtbaarheidsgodin Ostara aan z’n zijde krijgt het nieuwe prille leven een goede kans om op te groeien naar volwassenheid.
Dit geboorte ritueel ter ere van de zonnegod komt majestueus over. Alleen al de decoratie toont aan dat dit om iets groots en belangrijks gaat. Het meest indrukwekkende is toch de energie en eerbied die hierbij vrijkomt. Na verloop van tijd gaat één van de Griekse wijsheren rond met rood beschilderden eieren, waarna een tijdreiziger, afkomstig uit de verre toekomst rond gaat met laserpennen. Er wordt vermeld dat men met de laserpen één of meer wensen op het ei dient te laseren. Nadat iedereen dit gedaan heeft geven zij hun ei aan een ander willekeurig persoon, die de beschreven wensen in zich opneemt en daarna het ei in de grond begraaft. Iedereen staat er bij stil dat zij de bevruchte wensen aan de aarde hebben toevertrouwd. Ze bedanken haar en laten het verder los.
De middag staat in het teken van empirie dat via verhalen aan Ostara wordt voorgelegd. Gezien dit tijdreizigers gezelschap vanaf de prehistorie tot aan de verre toekomst strekt, komen er veel gebeurtenissen en antwoorden op de proppen. Zelf oude mysteries over vergeten beschavingen worden onthult. Het verhaal van de eerste tijdreiziger, afkomstig uit het stenentijdperk, grijpt iedereen vast als hij verteld over de ijsmensen die een ver ontwikkelde beschaving vormden. Het meest intrigerende vinden zij de teleportatie, levitatie en het opwekken van energie door middel van water en neutrino’s. Iedereen ziet aan zijn handelen dat hij als oermens in contact is geweest met deze hoogbegaafde beschaving.
Tegen het vallen van de avond geeft Ostara alles wat die dag gezegd en gedaan is aan de wassende maan, wiens licht afkomstig is van de zonnegod. Vlak nadat de zon achter de horizon verdwijn breekt tijdens de schemering het moment van de neutrale zone tussen dag en nacht aan. Dit is het moment waarin zij met behulp van de zon, maan en alle andere hemellichamen de natuur, dromen en de ware wensen naar waarheid kan uitlezen.
Dit keer krijgt zij beelden door van oeroude bomen die over de hele wereld staan. De dikke wortels hebben zich diep in de schoot van aarde genesteld. Hun brede uitstaande toppen staan fier in de lucht. Rondom de wortels en de kruinen ziet zij een wirwar van in en uitgaande energieboodschappen. Dit beeld doet haar denken aan het tijdreizigers gezelschap. Ostara vraagt zich af waarom zij die link legt en stemt zich af op de in en uitgaande energieën. Uit deze onrustige stromingen maakt zij op dat alles schreeuwt om balans en rentmeesterschap. De stand van de zon, maan en de hemellichamen vertellen dat de bomen verlost willen worden van de eeuwen oude opgeslagen energie die hun stammen bewonen. Bij nader onderzoek ziet Ostara dat de gestolde energie ook losgelaten wilt worden, maar daar hulp bij nodig heeft. De tijd is rijp om de gestolde energie te bevrijden, zodat deze door de aarde en het Universum gevoed kan worden. Voor alles wat leeft gaat een vernieuwende periode aanbreken. Na alle dromen en wensen te hebben uitgelezen, spreekt zij een zegen uit over de wenseieren. Voordat de neutrale zone overgaat in de nacht begeleid ze de natuur naar de nachtrust.
In die nacht komt de droomwereld op de thermiek van de wind naar het verborgen eiland. Voor ieder persoon die daar aanwezig is daalt een symbolische droom neder dat hem of haar iets verteld over het komende jaar. Wat voor iedereen geld is dat aarden, centreren en in de liefde blijven staan van cruciaal belang is.
Vlak voor zonsopgang gaat de groep weer naar het oostelijke deel van de kustlijn, waar de vijftig vuren brandende zijn gehouden door de lokale bevolking. Ze geven daar wederom de zonnegod de eer en danken voor de lente en de inzichten die zij via hun dromen hebben gekregen. Ze dansen en maken muziek tijdens de opkomst van de zon. Tegen de middag gaan ze terug om daar een feestelijke maaltijd te nuttigen. Voordat ze het oer oude bos intrekken, maken zij tijd vrij om te aarden en te centreren. Tijdens dit proces worden zij als rentmeesters van de natuur aangesteld. Deze inwijding gaat gepaard met enorme aardse en kosmische oerkrachten.
Als rentmeester zijnde trekken zij het bos in om aan hun eerste klus te beginnen. Het wordt al snel duidelijk dat de gestolde energie blokkades alleen via hun chakra’s kunnen worden opgeheven. Dit houdt in dat zij eerst hun eigen energie doorstroming in orde moeten maken, voordat zij aan de gestolde energie van de bomen kunnen beginnen. Als de verbinding met de Universele en aardewijsheid tot stand komt, valt het niet mee om deze vlekkeloos door hun chakra’s te laten stromen. Met behulp van deze twee oer wijsheden duurt het uren voordat zij er klaar voor zijn om aan de bomen te beginnen.
Tegen het vallen van de avond maken zij zich klaar om aan het energie netwerk van de bomen te beginnen. De wacht is nog op de komst van de neutrale zone. Net nadat de zon is ondergegaan, verschijnt Ostara aan de horizon. Reizend op een zachte bries komt ze naderbij en daalt neder in hun midden. De plaats wordt omgeven door een frisse geur van jong groen en bloemen. Ter ere van haar ontsteken zij de wierook die voor deze gelegenheid is samengesteld. Iedereen kijkt naar de roodgekleurde rook dat sierlijk omhoog kringelt. De scherpe geur van salie en lavendel wordt als eerste geroken, waarna de zachte zoete geuren van de den, jasmijn en de rozenblaadjes volgen.
Onderwijl bereid Ostara hun voor om met haar door alle tijden heen te reizen, zonder daarbij gebruik te maken van een tijdsmachine of een andere technologie. Dit valt voor de tijdsreizigers niet mee. Gezien zij haar vertrouwen, volgen ze haar stap voor stap om de onzichtbare wereld te betreden. In dit deel wat buiten de striktheid van onze samengestelde levensomstandigheden valt, laat energie zich vanuit velen andere invalshoeken zien. Na deze inzage gaat de tijdsreis vanaf het begin van de prehistorie tot aan het einde van al het aardse bestaan van start. Zij krijgen alle tijdhiaten dat van invloed is op aarde te zien. Het duizelt hun hoeveel er loos is door toedoen van mensen. Dit echter staat hun vastberadenheid niet in de weg. Voordat zij weer naar de fysieke wereld terugkeren, ontdoen zij de bomen die op het verborgen eiland staan van hun gestolde energie door deze via hun chakra’s te laten wegvlieden.
Als zij eenmaal weer terug in de fysieke wereld zijn, zien zij dat ze voor aardse begrippen slechts enkele minuten zijn weggeweest. Iedereen is ervan doordrongen dat Ostara vieren op dit verborgen eiland een behoorlijke verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Het komende jaar staat hun de grote taak te wachten om het totale energienetwerk van de aarde te herstellen.
De laatste avond van het feest is aangebroken. Met z’n allen zitten zij op de binnenplaats van het pittoreske stadje, waar de tafels rijkelijk gevuld zijn met eten en drinken. De volgende dag neemt het gezelschap afscheid van elkaar en gaan naar de kust waar de waternimfen ze opwachten. Iedereen gaat weer terug naar de tijd waar die vandaan komt. Voor het viertal staat alleen de terugreis naar Engeland voor de boeg.
Tijdens de terugtocht in de luchtbel, hopen zij dat het rode ei met de wensen uitkomt. Na uren in die duisteren luchtbel te zijn geweest, komen ze aan de kust van Dover. Nadat de luchtbel ineen is gestort zwemmen ze naar boven toe. Na een klein stukje zwemmen stapt het viertal aan land. De waternimf zegt dat Fanrow en Boryandrew weer mee moeten naar Calais om daar hun werkzaamheden af te maken. Zij weten nu dat één van de twee geschreven wensen is verhoord. Als zij na een klein uurtje aan de wal van Calais stappen, zien zij het schip waar zij werkzaam op waren liggen. Eenmaal aan boord zien zij een brief liggen waarop geschreven staat, dat de broer van de schipper op wonderbaarlijke wijze is genezen. De waternimf ondergaat weer een metamorfose en wordt weer zoals ze haar hebben leren kennen. De breedgeschouderde schipper komt een aantal dagen later aan op het station. Nadat de renovatie klus geklaard is, vaart de schipper zoals hij heeft belooft, de twee Engelsen weer over naar Dover.