Als een rustige ademhaling, in en uit, komen en gaan de seizoenen.
De ademhaling neemt en geeft leven.
Zo ook de maan, die al wassende aansterkt tot volle aanwezigheid,
waarna de afname volgt naar afwezigheid.
De aarde, met alles om haar heen gehoorzaamt aan eeuwige cycli.
De velen afgelegen banen van de jaarlijkse cycli,
dat te vergelijken is met de jaarringen van een boom,
vertegenwoordigd de stam van de grote levensboom,
waaraan de natuurlijke samenwerking samenhangt.