De lichtstad, zo spreekt een select groepje aardlingen over de dichtst nabijgelegen ruimtestation, waarover een groot mysterie is. Deze is onzichtbaar, noch waar te nemen met de meest ontwikkelde apparatuur van NASA. Voelbaar is deze echter wel, althans voor die kleine minderheid. Binnen de spirituele kringen gaan zij door als sterrenkinderen, echter voelen zij hun connectie met de lichtstad niet in. Daarentegen wordt met respect over dit mysterie omgegaan. Het zal hen uiteindelijk een verrijking in ‘weten’ gaan geven.
Mysterieschool
De lichtstad, die de sterrenkinderen in hun dromen koesteren, is voor hen realiteit! Tijdens hun slaap komen zij nabij de komeet, die bijna de afmeting van de maan heeft. Op het kale puntige rots landschap staat een stad, gebouwd in gotische stijl. De slanke puntige architectuur lijkt wel onderdeel te zijn van de rotsen, zo geleidelijk dat het gebouwd is. De wit-blauwige gloed, die om de stad gespannen is, moet haast wel de atmosfeer zijn, al dan niet gegenereerd door vergaande technologie.
Te midden van de stad, staat een gebouw die overal bovenuit torent. Een echte blikvanger, vanwege een groot complex geometrische symbool, dat op het gebouw staat afgebeeld. Zelfs de sterrenkinderen weten niet waar dit voorstaat, wel weten zij, dat daar de mysterieschool is, waar lichtwerkers opgeleid worden. Ooit heeft een sterrenkind, dat de naam Raoul draagt, via zijn droompoort daar binnen gekeken en ‘zag’. Nooit meer zal hetgeen wat hij zag vergeten, sterker nog, het zal in de loop van tijd alleen maar versterken en hem spiritueel verrijken. Andere sterren kinderen menen, dat hij in de kern van hun Universele oerbron is geweest, wat de homeopathische eigenschap van herinneren bezit. Raoul ervaart, dat hij hoogst persoonlijk is uitgenodigd om daar te mogen zijn en openbaringen met anderen sterrenkinderen moet delen.
Chi-driehart
Een goed gebouwde jonge man, met pikzwarte lange stijlen lokken, tuurt in een dik boek. Zijn sprekende donkere groene ogen blijft in het middendeel van het boek steken. Een frons verschijnt op het voorhoofd, wat verraad dat de leerstof lastig is. Al maanden breekt hij zijn hoofd op het onderdeel vliegen op eigen energie. Hij is één van de velen studenten binnen de lichtstad.
Voordat Antonius naar de lichtstad ging, werd tijdens een schoolreis in Noorwegen door een visser opgemerkt. Hij zag iets bovennatuurlijks in hem en maakte een praatje. De visser die ook tot het sterrenvolk behoord, heeft deze informatie in zijn droomtoestand verzonden naar de lichtstad. Freeéra heeft dit opgepikt en streek in de ochtendgloren neer bij de oever van het bergmeertje, waar Anthonius zich opfriste. De schrik was enorm toen hij de gevleugelde mensadelaar zag neerstrijken, maar de sterke verbondenheid die hij ervoer met dit wezen des te meer. Nadat Freeéra zijn hand op Anthonius borst had gelegd, werd hij bewust van zijn Chi-driehart, wat zeer weinig voorkomt bij mensen. Op de mysterieschool wordt geleerd om met deze kosmisch energiebron, gelegen in de kern van het hart chakra, om te gaan.
Waarneming
Raoul verteld tijdens een bijeenkomst over die bewuste nacht van ‘zien’. Bij deze bijeenkomst komt hun uiterlijke kenmerken te spraken. Raoul zegt dat hij de afgelopen weken steeds meer inzicht heeft gekregen in het leven van de lichtwerkers. “Bij de eerste keer dat ik ze zag”, komt er vol passie uit, “was ik stom verbaasd, vanwege hun fysieke aanpassingen.” Door zijn enthousiasme vergeet hij verder uitleg te verschaffen, wat veel vragen oproept. “Wat houdt die fysieke aanpassingen in?”, komt er van achteren uit de zaal. “O wacht even”, zegt hij met een lachje, “ik vergeet te vertellen dat zij op de één of andere manier zichzelf van vleugels kunnen voorzien, als dat nodig is.” Na deze verklaring blijft het voor de sterrenkinderen nog veel vragen staan, waarop Raoul geen antwoord heeft. Na een onbevredigende avond gaat hij naar huis.
Diezelfde nacht gaat hij door de droompoort en ziet de komeet waarop de lichtstad staat. De enorme staart van de komeet trekt Raouls aandacht. Hij bestudeert eerst de stofstaart, waarna de plasmastaart onder de loep wordt genomen. In zowel de stof als de plasmastaart, vind hij samenstellingen van stoffen, die normaal gesproken niet samengaan. Raoul probeert dit te verklaren, totdat een geluid, lijkend op walvissen gezang, vanuit de lichtstad zijn aandacht trekt.
Naarmate hij de mysterieschool nadert, wordt het gezang sterker. In het gebouw blijkt, dat een groep lichtwerkers, staande in een kring, het gezang van walvissen nabootsen. Dit tafereel komt vreemd over, en draagt ook iets engs uit, vanwege het feit dat het ongrijpbaar is. Eén ding wat Raoul uit dit ritueel kan halen, is dat het om iets officieels gaat, een inwijding of een examen.
Geopend
Raoul kijkt met grote ogen als hij een jonge man met lang zwart haar het vertrek ziet binnenkomen.
Het is duidelijk dat deze jonge man heeft gehuild en erg nerveus is. “Anthonius!”, Galmt het door het hoge vertrek waarin grote zuilen, als steunpilaren staan. “Ga in het midden van de cirkel staan.” Raoul ziet dat de jonge man op de zonafbeelding gaat staan. Anthonius voelt dat hij zijn ademhaling niet goed onder controle heeft en kijkt naar de patronen die de zuilen decoreren. “Anthonius”, hoort hij weer. “concentreer je en haal diep adem”, luidt de opdracht.
“Het is erop of eronder”, denkt Anthonius, “ik ben al vier keer gezakt omdat ik telkens dichtsla.”
Raoul ziet zijn worsteling en moed om de opdracht te voltooien. Er lijkt iets te gaan gebeuren, maar dan ineens laat de jongen zich voorover op de grondvallen. Een luid gesnik vult de grote ruimte. “Het lukt me gewoon niet”, roept hij hartverscheurend, “ik ben geen lichtwerker, die visser heeft zich vergist.” “hou je mond en sta op!”, zegt Freeéra, waarbij hij uitstraalt, geen tegenspraak te dulden.
“Nog een keer”, wordt er gezegd, waarop Anthonius zijn uiterste best doet om zich te openen.
Wederom ziet Raoul iets gebeuren. Met grote ogen wordt alles wat er gebeurd gevolgd. Dan ineens verschijnt er om Anthonius een driedimensionale driehoek, die hij kent als een Merkabah. De lichtblauwe transparante kleur is prachtig en helder. Het etherische lichaam wordt sterker waarneembaar en krijgt de vorm van een adelaar. Als de lichtwerkers zien dat Anthonius energie begint te verliezen, strekken zij hun armen en richten zij hun handpalmen naar hem. Een paar tellen later gebeurt er iets, wat Raouls voorstelling te boven gaat. De adelaarsvorm wat als een emissiewolk om hem heen is gespannen, veranderd zijn fysieke lichaam in een mensadelaar.
“Ik heb mijn Chi-driehart geopend!” Door zijn blijdschap zwaait hij met zijn vleugels, waardoor hij een paar lichtwerkers raakt, die hierdoor bijna ten val komen. “Rustig Anthonius! Je spanwijdte is enorm”. De lichtwerkers moeten er ergens wel om lachen. Raoul kijkt zijn ogen uit als hij ziet hoe vlug Anthonius het vertrek verlaat. Tijdens zijn minuut van afwezigheid, houden de lichtwerkers zijn vlucht, aan de hand van een hologram, in de gaten. Raoul ziet dat Anthonius binnen een minuut een afstand van tienduizend kilometer heeft afgelegd. Bij terugkomst wordt er een trompet geschald en krijgt een huldiging dat hij geslaagd is.
Raoul die nu meer weet van hun fysieke eigenschappen, bereidt nu het thema Chi-driehart voor. Tijdens deze bijeenkomst hangt iedereen aan zijn lippen. Zonder vragen wordt de bijeenkomst gesloten, waarna er nog meer over het Chi-driehart zullen volgen. De weet dat zij ooit ook van zo’n hart worden voorzien, maakt dat hun spirituele groei erg hard gaat.